Waarschijnlijk zijn de schokdempers van uw auto versleten of beschadigd. Goed werkende schokdempers voorkomen overmatig overhellen in bochten en duiken bij het remmen. Elke auto helt een beetje over in bochten. Maar als u merkt dat het rijgedrag van uw auto is veranderd, laat de wielophanging dan altijd door een technicus controleren.

Als niet alle onderdelen van de wielophanging in goede staat zijn, rijdt uw auto minder goed en, nog belangrijker, kan uw veiligheid in het geding zijn.

U kunt dit aan de buitenkant zien doordat er een olielek is op de schokdemper. Indien deze vettig is en kleverig, dan is de kans groot dat hij beschadigd is.

De normale slijtage van een schokdemper kan ook worden opgespoord door het gedrag van uw wagen. Schokdempers in slechte staat leiden tot: het zweven van de wagen in de snelle bochten, een verbreding van de baan in de bochten, teveel steigering bij het acceleren (in het bijzonder indien de wagen geladen is), het sterk duiken bij remmaneouvres en een verlenging van de afstand om te vertragen, een abnormale slijtage van de banden, het springen van de wielen in de bochten, geklapper op de oneffenheden of op verkeersdrempels, zijdelingse windgevoeligheid, trillingen aan het stuur, une aantasting van de parallelliteit. Elk van deze symptomen wijzen erop dat u dit ernstig moet nemen. Wacht niet om uw schokdempers en uw ophanginsysteem te laten controleren bij uw net.

Ja. De Eurorepar Car Service-garages zijn voorzien van de juiste apparatuur en beschikken over de benodigde kennis om alle automerken te repareren. Dus wij kunnen u altijd helpen, ongeacht welk merk u rijdt! Vind de dichtstbijzijnde garage en neem contact op.

Als het waarschuwingslampje accu op het instrumentenpaneel brandt, laadt de accu mogelijk niet goed op. Het kan zijn dat de dynamo niet goed werkt of dat de accu moet worden vervangen.

Als het lampje brandt, is het belangrijk de accu door een van onze technici te laten controleren. Als de accu niet goed meer werkt, kunt u de motor mogelijk niet meer starten.

Er bestaat een methode, maar die werkt enkel voor wagens die zijn uitgerust met een mechanische versnellingsbak. Draai de contactsleutel in de positie ‘on’, en schakel dan naar de tweede of derde versnelling. Blijf aan het stuur terwijl u ontkoppelt. Een derde persoon moet de wagen duwen op een vlakke, veilige en vrijgemaakte weg. Van zodra de wagen een snelheid heeft van ongeveer 10 km/u, laat u het ontkoppelingspedaal los: de motor moet vooruitrijden zonder de hulp van de starter.

Noteer dat deze methode onzeker is en enkel mag worden gebruikt in geval van een dringend defect.